Robert-Jan de Kort Architectuur

Projecten    Profiel    Contact
Column de Architect #3
Beeld: Diener & Diener Architekten

De mentale gang
Een Nederlandse gezinswoning is een maatpak. Zodra een ander huishouden dan het oorspronkelijk bedachte kerngezin haar bewoont, gaat het knellen. Nu het kerngezin niet langer de grootste doelgroep van de woonopgave is, vraag ik mijn studenten van de Rotterdamse Academie van Bouwkunst om het pak te verstellen, zodat het ook passend is voor andersoortige huishoudens. Waar moet elastiek tussen en hoeveel extra voering is er nodig om de juiste fysieke, maar ook mentale, pasvorm te krijgen?

In deze zoektocht richten we onder meer de pijlen op de typische gangen van een woning. Deze ruimtes, als verbinding tussen verschillende kamers, kunnen meer bruikbare ruimte in een plattegrond opleveren als ze worden gebundeld tot een centrale ruimte.

Recent liet ik mijn studenten een interessant voorbeeld bestuderen: een plattegrond uit 1980 van de hand van de Zwitserse architect Roger Diener. Al snel trok een raadselachtige kleine ruimte de aandacht, niet groter dan twee vierkante meter. Op de plattegrond staat de afkorting ‘RED’ vermeld. Dit staat voor het oorspronkelijk Franse woord réduit, dat in het Zwitserse woningbouwjargon ‘opslagkamer’ betekent. De term vindt zijn oorsprong in de vestingbouwkunde, waarin die wordt beschreven als laatste vluchtplek. Zo is een reduit van een vestingstad een fort waarin soldaten zich kunnen terugtrekken als de vijand door de wallen is gebroken. Het lijkt erop dat Diener dit terugtrekken voor ogen had bij het ontwerp van deze minikamer. Hij tekende er namelijk een taatsdeur voor. Het inzetten van deze specifieke deursoort, die in geopende positie vrijstaat van de deurpost, zorgt ervoor dat de centrale ruimte doorloopt in een kleine ruimte. Je kan erin vluchten, de taatsdeur achter je dichttrekken en zo de reduit tijdelijk afsluiten van de centrale ruimte.

Het idee dat er in de gedeelde ruimtes van de woning specifieke plekken kunnen zijn waar je je kunt terugtrekken, prikkelde de verbeelding van mijn studenten. We kwamen te spreken over de treffende analogie tussen een vesting en een woning en de rol van een vluchtplaats hierin. De studenten zagen wel toepassingen, bijvoorbeeld voor woongroepen van vluchtelingen. Een student ontwierp daarom een zitnis achter een verrijdbare boekenkast en bestemde deze als panic room voor bewoners die lijden aan een posttraumatische stressstoornis.

In dat geval biedt een deel van de centrale ruimte tijdelijk mentale ruimte, bedoeld om een kalmerende werking te hebben en zo een gang van de ene mentale toestand naar de andere mogelijk te maken. Een plek die je af en toe kan opzoeken om je in terug te trekken en die zich logischerwijs buiten het privévertrek van de bewoner bevindt. In het ontwerp zorgt de verrijdbare boekenkast voor een buffer tussen de panic room en de rest van de woning. Eenmaal binnen speelt de zintuigelijke ruimte-ervaring een cruciale rol. Is het donker in deze ruimte? Van welk materiaal zijn de wanden? Hoe ruikt het er? Zijn de wanden hard of zacht? Is er nog doorzicht naar buiten? Allemaal architectonische vragen die de mentale ruimte met zich meebrengt.

En zo leidde de zoektocht naar alternatieven voor de standaardwoning ons tot het inzicht dat het een verrijking zou zijn om naast de gebruikelijke verkeers- en verblijfsruimte ook standaard mentale ruimte op te nemen in onze woningbouwplattegronden.


Gepubliceerd op 6 juni 2024


Terug naar overzicht
Voorhaven 57 - 3025 HD - Rotterdam - 06-42330216 - mail@robertjandekort.nl